Een alternatieve vorm van eindejaarvoorspellingen dit jaar ... Een beetje doemverhaal maar wie tussen de lijnen leest ontdekt de trends voor 2010 die het gaan maken.
Na ongeveer een decennium discussie en mislukte initiatieven wordt het "online identity" vraagstuk definitief opgelost wanneer Microsoft Twitter koopt. Van dan af gebruikt 80% van de internet populatie hun Twitter-naam om in te loggen op e-mail, de online Office suite van Microsoft en alle websites die op Microsoft technologie gebaseerde zijn. "@mijnnaam" wordt de nieuwe universele manier om mensen te benoemen, en al snel kan men met die naam en een paswoord online bankieren, je sis-kaart gegevens opvragen en toegang krijgen tot Rock Werchter.
Kort daarop rolt Microsoft de eerste echte gedrags-gebaseerde promotie campagne uit voor Axe, de bekende deodorant van Unilever. Er wordt een scherp afgelijnde doelgroep gekozen: heterosexuele vrijgezellen (mannen) tussen de 16 en de 32 jaar met een inkomen +- 32% rond de mediaan in hun land. Zij die wonen op minder dan 50 kilometer van een winkel waar Axe verkrijgbaar is worden via Twitter betrokken in de grootste sampling actie ooit. De campagne is een groot succes, 100 miljoen consumenten vinden het fantastisch en laten zich door Axe verwennen.
Kort na het publiek gaan van de campagne drukt President Obama zijn bezorgdheid uit over de privacy aspecten van deze nieuwe marketing technieken. Om te voorkomen dat Microsoft misbruik gaat maken van haar nieuw verworven macht komt er een gedwongen verkoop van 25% van de aandelen tegen een gereduceerde prijs aan de Verenigde Naties, die hiermee dé facto controle verwerft over het bedrijf.
Ondertussen heeft een grote Belgische media groep de meerderheid van haar aandelen verkocht aan Microsoft in een ultieme poging om het faillissement af te wenden. Alle publicaties worden naar een nieuwe digitale media-store gemigreerd die bereikbaar is via een selectie van Windows-gebaseerde tablet computers en e-readers.
Facebook doet het steeds beter en vormt het enige tegengewicht tegen de Microsoft-Twitter tandem. Maar het succes eist zijn tol. Het bedrijf wordt namelijk gedwongen om hun databases open te stellen voor de Europese Unie. Dit komt na een terroristische aanslag waarbij President Van Rompuy ter nauwer nood aan de dood ontsnapt. Het "European Defence Agency" investeert in de startup Attentio en gebruikt hun technologie om een permanente monitoring op te zetten van potentieel gevaarlijke activiteiten op Facebook.
Nu privacy online totaal verdwenen is gaat de geek-community koortsachtig op zoek naar nieuwe manier om online te blijven buiten het zicht van Big Brother. Het resultaat van die zoektocht leest U in de voorspellingen voor 2011.
Thursday, 10 December 2009
Sunday, 6 December 2009
Minitel is terug!
In de lange serie congressen en evenementen die de laatste maanden van het jaar typeren had ik een aantal keer de eer Duco Sickinghe te zien en horen. Bij één van die gelegenheden leerde ik van de Telenet topman dat het succes van digitale TV van Telenet niet zozeer te maken had met briljante marketing maar wel met "word of mouth". Wie eens geproefd heeft van deze wonderbaarlijke technologie loopt meteen de deur uit richting buren om hen te overtuigen ook toe te treden tot de moderne wereld door Telenet digitale TV in huis te halen.
Mijn persoonlijke ervaring leert mij iets anders. Bij ons thuis gebruiken we de digicorder in de eerste plaats om snel het programma schema van de avond op te vragen en vlot te navigeren tussen zenders. Als het even kan dan time-shiften we om niet te moeten kiezen tussen twee leuke programma's en natuurlijk om de advertising blokken te skippen. Occasioneel bekijken we ook al eens een film of gemist programma op aanvraag. Het is enkel die laatste feature waarvoor je de diensten van Telenet (of Belgacom) echt nodig hebt. De rest kan al even goed (of beter) met een harddisc recorder. Zo'n recorder ziet er meestal beter uit, heeft meer features en is vrij toegankelijk zodat je die aflevering van "komen eten" waar je schoonmoeder in meedeed op een DVD kan zetten om nog eens te bekijken tijdens het Kerstdiner.
Neen, de vliegende schotel in eighties design van Telenet heeft mijn hart niet veroverd. Ik heb het dan ook moeilijk om te geloven dat het via mond-aan-mond reklame is dat die toestellen hun weg naar de markt vinden.
Digitale TV van Telenet en Belgacom is in het beste geval een combinatie van Windows 98 en Minitel. Een slechte harddisc recorder die de mogelijkheden van internet technologie voor ongeveer 3% benut. En met die draken zou België aan de top van de digitale TV markt staan? Niet voor lang meer in ieder geval. De nieuwe manier van TV kijken betekent niet dat je in een tekst menu zit te klooien als was het een AS400 mainframe. De rest van de wereld is aan de gang met gebruiksvriendelijke interfaces op "open" toestellen. America gaat plat gaat voor Hulu.com, de Engelsen vinden hun gading op de i-player van de BBC en Boxee (Boxee.com) maakt van je PC of Mac een multimedia center dat toegang biedt tot alle media in je huis of online.
Met de Belgische digitale TV gaan we het Frankrijk uit het Minitel tijdperk achterna. Onze zuiderburen moeten nog altijd krabben om de internet trein bij te houden omdat ze in de jaren '90 gebiologeerd naar Minitel bleven staren toen de rest van de wereld de dotcom bubble voorbereidde. We nestelen ons in een passé technologie terwijl de wet van de remmende voorsprong ons vasthoudt en échte TV innovatie ergens anders gebeurt.
O ja, er is ook nog goed nieuws ...
De digicorder gaat sinds enkele weken in "slaapstand" om minder energie te verbruiken als je hem niet gebruikt. Die feature heeft Telenet zomaar gratis doorgestuurd. Al mijn computers sinds mijn oude 80386 BMx computer konden dat ook al, maar zo'n digicorder is natuurlijk een stuk complexer, toch?
Mijn persoonlijke ervaring leert mij iets anders. Bij ons thuis gebruiken we de digicorder in de eerste plaats om snel het programma schema van de avond op te vragen en vlot te navigeren tussen zenders. Als het even kan dan time-shiften we om niet te moeten kiezen tussen twee leuke programma's en natuurlijk om de advertising blokken te skippen. Occasioneel bekijken we ook al eens een film of gemist programma op aanvraag. Het is enkel die laatste feature waarvoor je de diensten van Telenet (of Belgacom) echt nodig hebt. De rest kan al even goed (of beter) met een harddisc recorder. Zo'n recorder ziet er meestal beter uit, heeft meer features en is vrij toegankelijk zodat je die aflevering van "komen eten" waar je schoonmoeder in meedeed op een DVD kan zetten om nog eens te bekijken tijdens het Kerstdiner.
Neen, de vliegende schotel in eighties design van Telenet heeft mijn hart niet veroverd. Ik heb het dan ook moeilijk om te geloven dat het via mond-aan-mond reklame is dat die toestellen hun weg naar de markt vinden.
Digitale TV van Telenet en Belgacom is in het beste geval een combinatie van Windows 98 en Minitel. Een slechte harddisc recorder die de mogelijkheden van internet technologie voor ongeveer 3% benut. En met die draken zou België aan de top van de digitale TV markt staan? Niet voor lang meer in ieder geval. De nieuwe manier van TV kijken betekent niet dat je in een tekst menu zit te klooien als was het een AS400 mainframe. De rest van de wereld is aan de gang met gebruiksvriendelijke interfaces op "open" toestellen. America gaat plat gaat voor Hulu.com, de Engelsen vinden hun gading op de i-player van de BBC en Boxee (Boxee.com) maakt van je PC of Mac een multimedia center dat toegang biedt tot alle media in je huis of online.
Met de Belgische digitale TV gaan we het Frankrijk uit het Minitel tijdperk achterna. Onze zuiderburen moeten nog altijd krabben om de internet trein bij te houden omdat ze in de jaren '90 gebiologeerd naar Minitel bleven staren toen de rest van de wereld de dotcom bubble voorbereidde. We nestelen ons in een passé technologie terwijl de wet van de remmende voorsprong ons vasthoudt en échte TV innovatie ergens anders gebeurt.
O ja, er is ook nog goed nieuws ...
De digicorder gaat sinds enkele weken in "slaapstand" om minder energie te verbruiken als je hem niet gebruikt. Die feature heeft Telenet zomaar gratis doorgestuurd. Al mijn computers sinds mijn oude 80386 BMx computer konden dat ook al, maar zo'n digicorder is natuurlijk een stuk complexer, toch?
Monday, 12 October 2009
Sociale media gebruikers, wie zijn ze, wat drijft ze?
Nu ongeveer de hele wereld actief is in de wondere wereld van sociale media is het hoog tijd om na te gaan waarom mensen in godsnaam online "social" willen zijn. Wat is hun motivatie, wat drijft ze? Een tiener die avond na avond op Netlog bezig is één of meerdere profielen te onderhouden word zeker gedreven door andere factoren dan de programmeur die tussendoor zijn Facebook status updated. En wie zijn of haar LinkedIn profiel up-to-date houdt heeft niet noodzakelijk dezelfde drijfveren als de zoveelste social media expert die rigoureus een online personal brand bouwt.
Klassieke onderzoekers zouden het antwoord op de "waarom" vraag waarschijnlijk zoeken aan de hand van demografische profielen. De kids en teens in één hoek en in de andere hoeken de oudere leeftijdsgroepen. Vrouwen en mannen netjes afzonderlijk bekijken en dan nog een verschil maken tussen plattelandsbewoners en stedelingen. Ik vrees echter dat deze aanpak niet zal volstaan om klaarheid te scheppen in deze materie.
Een fenomeen van de omvang van "Social Media" kan enkel ontstaan als er een diepgewortelde motivatie is waarom mensen erin meestappen. Het is namelijk niet zomaar een mode, iets wat binnen het jaar terug over gewaaid is. Sociale media zijn hier om te blijven, en dat kan alleen omdat mensen goede redenen hebben om ze te gebruiken.
Dus moeten we op zoek naar de motivatoren, eerder dan hokjes te bouwen om "gebruikers" in te steken. Meneer Maslow's behoeftenhiërarchie biedt hiervoor een interessante ingang. Voor wie het lijstje niet meer in het hoofd heeft:
1. fysiologische behoeften
2. behoeften aan veiligheid
3. behoefte ergens bij te horen
4. behoefte aan waardering
5. behoefte aan zelf-realisatie
De fysiologische behoeften en veiligheid zie ik niet zo direct bevredigd worden via sociale netwerken. In tegendeel misschien, al te veel openheid over jezelf kan leiden tot een gevoel van onveiligheid. Denk maar aan de vele stadslegenden die de ronde doen, onder andere over leeggeroofde huizen tijdens de vakantie van Facebookers.
"Er bij horen" anderzijds is naar mijn mening één van de belangrijkste motivatoren om lid te worden van deze of gene community site. Iedereen wil eigenlijk wel ergens bij horen, van de puber die één of andere rockband aanhangt tot gepensioneerden die fan zijn van kleurenwiezen. Het gaat hier typisch om een motivatie die samen hangt met de groep, met de anderen in de community. De één haalt voldoening uit het simpele feit lid te zijn van een groep, anderen doen het dan weer om community leden te helpen.
Een trapje hoger is de hang naar waardering. Mensen willen erkend worden voor wat ze kunnen of weten. En waar kan je dat beter tonen dan bijvoorbeeld op Twitter. Heb je een scoop opgepikt of ben je tot een geniaal inzicht gekomen? Gooi het online en erkenning en eeuwige roem zullen jouw deel zijn. Tenslotte is met wat creativiteit zelfs het hoogste stadium van Maslow's piramide - zelfrealisatie - bereikbaar via social media.
Daarnaast is er tevens de motivatie van "het spel". Sommige mensen worden ook gedreven door de werking van een site. Ze vinden het leuk om uit te zoeken hoe iets in elkaar zit, en hoe ze het systeem naar hun hand te zetten. Niet zelden maken ze van die kennis hun beroep. Dat laatste brengt ons trouwens bij nog een mogelijke reden om online sociaal te zijn, je kan er gewoon geld mee verdienen. Getuige hiervan de grote schare "social media consultants" die de digitale wereld momenteel rijk is.
Elke actieve social media gebruiker wordt gemotiveerd door één of meerdere van deze factoren (of nog andere). Pas als we een duidelijk inzicht krijgen in de onderliggende psychologische en sociologische stromen kunnen we op een effectieve manier aan marketing gaan doen op sociale media. Ondertussen is het nog even behelpen met gezond verstand en buikgevoel.
Klassieke onderzoekers zouden het antwoord op de "waarom" vraag waarschijnlijk zoeken aan de hand van demografische profielen. De kids en teens in één hoek en in de andere hoeken de oudere leeftijdsgroepen. Vrouwen en mannen netjes afzonderlijk bekijken en dan nog een verschil maken tussen plattelandsbewoners en stedelingen. Ik vrees echter dat deze aanpak niet zal volstaan om klaarheid te scheppen in deze materie.
Een fenomeen van de omvang van "Social Media" kan enkel ontstaan als er een diepgewortelde motivatie is waarom mensen erin meestappen. Het is namelijk niet zomaar een mode, iets wat binnen het jaar terug over gewaaid is. Sociale media zijn hier om te blijven, en dat kan alleen omdat mensen goede redenen hebben om ze te gebruiken.
Dus moeten we op zoek naar de motivatoren, eerder dan hokjes te bouwen om "gebruikers" in te steken. Meneer Maslow's behoeftenhiërarchie biedt hiervoor een interessante ingang. Voor wie het lijstje niet meer in het hoofd heeft:
1. fysiologische behoeften
2. behoeften aan veiligheid
3. behoefte ergens bij te horen
4. behoefte aan waardering
5. behoefte aan zelf-realisatie
De fysiologische behoeften en veiligheid zie ik niet zo direct bevredigd worden via sociale netwerken. In tegendeel misschien, al te veel openheid over jezelf kan leiden tot een gevoel van onveiligheid. Denk maar aan de vele stadslegenden die de ronde doen, onder andere over leeggeroofde huizen tijdens de vakantie van Facebookers.
"Er bij horen" anderzijds is naar mijn mening één van de belangrijkste motivatoren om lid te worden van deze of gene community site. Iedereen wil eigenlijk wel ergens bij horen, van de puber die één of andere rockband aanhangt tot gepensioneerden die fan zijn van kleurenwiezen. Het gaat hier typisch om een motivatie die samen hangt met de groep, met de anderen in de community. De één haalt voldoening uit het simpele feit lid te zijn van een groep, anderen doen het dan weer om community leden te helpen.
Een trapje hoger is de hang naar waardering. Mensen willen erkend worden voor wat ze kunnen of weten. En waar kan je dat beter tonen dan bijvoorbeeld op Twitter. Heb je een scoop opgepikt of ben je tot een geniaal inzicht gekomen? Gooi het online en erkenning en eeuwige roem zullen jouw deel zijn. Tenslotte is met wat creativiteit zelfs het hoogste stadium van Maslow's piramide - zelfrealisatie - bereikbaar via social media.
Daarnaast is er tevens de motivatie van "het spel". Sommige mensen worden ook gedreven door de werking van een site. Ze vinden het leuk om uit te zoeken hoe iets in elkaar zit, en hoe ze het systeem naar hun hand te zetten. Niet zelden maken ze van die kennis hun beroep. Dat laatste brengt ons trouwens bij nog een mogelijke reden om online sociaal te zijn, je kan er gewoon geld mee verdienen. Getuige hiervan de grote schare "social media consultants" die de digitale wereld momenteel rijk is.
Elke actieve social media gebruiker wordt gemotiveerd door één of meerdere van deze factoren (of nog andere). Pas als we een duidelijk inzicht krijgen in de onderliggende psychologische en sociologische stromen kunnen we op een effectieve manier aan marketing gaan doen op sociale media. Ondertussen is het nog even behelpen met gezond verstand en buikgevoel.
Labels:
doelgroepen,
motivatie,
motivatoren,
social media
Monday, 6 July 2009
Column Inside: Mag ik U ontvrienden aub?
Een schooldirecteur vertelde mij onlangs dat hij moest bemiddelen in een conflict tussen twee ouderparen die in een "social flame war" terecht gekomen waren via de online profielen. Iets wat eigenlijk begonnen was bij hun kinderen die klasgenoten zijn. Met afdrukken van weinig flatterende profielberichten werden beide partijen gewezen op hun onparlementair taalgebruik. Een genante bedoening daar zo in het kantoor van de directeur, gelukkig moesten ze die honderden mensen die online meelazen niet in de ogen kijken ...
Ons volledig netwerk van vrienden, collega's, zakenrelaties en familieleden is de voorbije maanden in één klap online gekatapulteerd. Mijn moeder zit nu gezellig op Facebook samen met mijn oude vriendinnetjes en nieuwe maten, en ze leest rustig mee wat mijn jonge collega's te vertellen hebben over uitspatting in de Charlatan in Gent. Een groot deel van de early-geeky-adopters uit België zijn mijn vrienden, maar de communicatie tussen @übergeek en de leden van de golfclub wil niet echt lukken. Ons digitaal netwerk begint meer en meer te lijken op een ouderwets trouwfeest waar verschillende clans verdwaasd naar de dansvloer zitten te kijken en zich om beurten afvragen wat ze daar zitten te doen.
Wie nu nog in Twitter stap behoort zowieso tot de meute die omschreven wordt als "after Oprah", digitale immigranten die dit sociaal netwerk pas ontdekten nadat godbetert Oprah Winfrey haar eerste tweet lanceerde (en daarbij de caps lock liet aan staan). En wat doe je dan, zo veel mogelijk vriendjes verzamelen want alleen is maar alleen. Snel de profielen van een paar bekenden scannen en toevoegen aan je lijstje. Vervolgens beginnen mensen ook jou te volgen. Joepie, ik ben populair! Maar voor je het weet ben je vriendjes met mensen naast wie je niet eens wil gaan neerzitten op de trein.
Meer discipline hebben we nodig! Mensen laten begrijpen dat sociale omgangsvormen digitaal even waardevol zijn als in de fysieke wereld. Waarom krijgt mijn dochter een uur les over "hoe schrijf ik een email" terwijl al haar communicatie verloop via Netlog en een occasionele SMS (als het discreet moet zijn)? Ik zal ze zelf dan maar leren dat vrienden maken online een betekenis heeft. Je deelt een stuk van je leven met die mensen, ze weten meer over jou dan je eigen moeder (tenzij die ook op Netlog zit natuurlijk). Gedraag je een beetje, gebruik je gezond verstand, wees beleefd.
Dus lieve mensen, als ik straks plots je vriendje niet meer ben, aanvaard dan hierbij op voorhand al mijn nederige excuses. Dat laatste grapje zal op een verkeerd moment gekomen zijn, of ik heb misschien gewoon slecht geslapen vannacht.
Dit gezegd zijnde, laat ons wel opletten dat Minister Q of een andere publiciteitszoeker deze column niet aanwendt om een wet te laten stemmen over digitale etiquette. Want voor je het weet kan je geen fuck meer doen online of de staatsveiligheid komt je internet kabel doorknippen zoals in Frankrijk.
Ons volledig netwerk van vrienden, collega's, zakenrelaties en familieleden is de voorbije maanden in één klap online gekatapulteerd. Mijn moeder zit nu gezellig op Facebook samen met mijn oude vriendinnetjes en nieuwe maten, en ze leest rustig mee wat mijn jonge collega's te vertellen hebben over uitspatting in de Charlatan in Gent. Een groot deel van de early-geeky-adopters uit België zijn mijn vrienden, maar de communicatie tussen @übergeek en de leden van de golfclub wil niet echt lukken. Ons digitaal netwerk begint meer en meer te lijken op een ouderwets trouwfeest waar verschillende clans verdwaasd naar de dansvloer zitten te kijken en zich om beurten afvragen wat ze daar zitten te doen.
Wie nu nog in Twitter stap behoort zowieso tot de meute die omschreven wordt als "after Oprah", digitale immigranten die dit sociaal netwerk pas ontdekten nadat godbetert Oprah Winfrey haar eerste tweet lanceerde (en daarbij de caps lock liet aan staan). En wat doe je dan, zo veel mogelijk vriendjes verzamelen want alleen is maar alleen. Snel de profielen van een paar bekenden scannen en toevoegen aan je lijstje. Vervolgens beginnen mensen ook jou te volgen. Joepie, ik ben populair! Maar voor je het weet ben je vriendjes met mensen naast wie je niet eens wil gaan neerzitten op de trein.
Meer discipline hebben we nodig! Mensen laten begrijpen dat sociale omgangsvormen digitaal even waardevol zijn als in de fysieke wereld. Waarom krijgt mijn dochter een uur les over "hoe schrijf ik een email" terwijl al haar communicatie verloop via Netlog en een occasionele SMS (als het discreet moet zijn)? Ik zal ze zelf dan maar leren dat vrienden maken online een betekenis heeft. Je deelt een stuk van je leven met die mensen, ze weten meer over jou dan je eigen moeder (tenzij die ook op Netlog zit natuurlijk). Gedraag je een beetje, gebruik je gezond verstand, wees beleefd.
Dus lieve mensen, als ik straks plots je vriendje niet meer ben, aanvaard dan hierbij op voorhand al mijn nederige excuses. Dat laatste grapje zal op een verkeerd moment gekomen zijn, of ik heb misschien gewoon slecht geslapen vannacht.
Dit gezegd zijnde, laat ons wel opletten dat Minister Q of een andere publiciteitszoeker deze column niet aanwendt om een wet te laten stemmen over digitale etiquette. Want voor je het weet kan je geen fuck meer doen online of de staatsveiligheid komt je internet kabel doorknippen zoals in Frankrijk.
Saturday, 23 May 2009
De Morgen vergeet Tesla in artikel over eco-auto
Net een artikel gelezen over eco-auto's in DM Magazine, en er is nergens sprake van Tesla. Vreemd vind ik dat. Is de journalist enkel naar Frankrijk gemogen om op kosten van Peugeot en Renault te gaan eten, maar niet naar California? Of werkte zijn internet verbinding niet tijdens het schrijven (met al die besparingen daar bij De Morgen, je weet maar nooit).
Hij spreekt dus niet over de enige in serie gebouwde (en dus verkrijgbare) electrische auto op de markt vandaag, namelijk die van het merk Tesla. Een auto die nu al meer dan 300 kilometer rijdt op een volle batterij, en binnen de 3,5 uur is opgeladen, dat is toch al een best bruikbaar voertuig. Toegegeven, de Tesla Roadster (waarmee ik een proefrit deed) kost bijna 100 000 euro en is dus niet voor iedereen weggelegd, maar over twee jaar komt Tesla met de Model S en met een prijs van rond de 50 000 euro voor een luxe middenklasser bereiken ze al een veel breder publiek. Trouwens, Tesla was deze week nog in het nieuws omdat Mercedes voor 10% in Tesla stapte.
Een gemiste kans toch, want de meeste klassieke constructeurs blijven aanmodderen met hybrides die uiteindelijk niet écht het verschil maken (ik reed ooit een dag rond met een Prius en verbruikte bijna 7 liter benzine/100 km).
Hij spreekt dus niet over de enige in serie gebouwde (en dus verkrijgbare) electrische auto op de markt vandaag, namelijk die van het merk Tesla. Een auto die nu al meer dan 300 kilometer rijdt op een volle batterij, en binnen de 3,5 uur is opgeladen, dat is toch al een best bruikbaar voertuig. Toegegeven, de Tesla Roadster (waarmee ik een proefrit deed) kost bijna 100 000 euro en is dus niet voor iedereen weggelegd, maar over twee jaar komt Tesla met de Model S en met een prijs van rond de 50 000 euro voor een luxe middenklasser bereiken ze al een veel breder publiek. Trouwens, Tesla was deze week nog in het nieuws omdat Mercedes voor 10% in Tesla stapte.
Een gemiste kans toch, want de meeste klassieke constructeurs blijven aanmodderen met hybrides die uiteindelijk niet écht het verschil maken (ik reed ooit een dag rond met een Prius en verbruikte bijna 7 liter benzine/100 km).
Thursday, 5 February 2009
Waar is dat nucleair forum eigenlijk?
Toen ik de affiches in het straatbeeld zag verschijnen, en de heerlijke TV spot zag dacht ik ... ik moet dringend mijn mening op de Nucleair Forum gaan gooien. Dus, op naar www.nucleairforum.be ... maar ik heb geen forum gevonden. Er is nog werk aan de interactive winkel.
Zelfs de meest evidente zaken ontbreken: een pre-loader op de flash, navigatie die niet onder de fold verdwijnt, ...
Wednesday, 14 January 2009
ESTA systeem nu operationeel
Zoals jullie weten, moet je vanaf nu online registreren vooraleer je naar de VS mag.
Het systeem zal binnen 4 seconden beslissen of het OK is, en indien niet, zijn er 2 mogelijkheden. Een respons binnen de 72 uur (dan wordt het manueel verwerkt), of negatief - dan moet je naar de ambassade.
De backend code (in java) is nu ook bekend:
boolean reject=false;
if (name.matches("m(o|u)h(a|u)m{1,2}(a|e)d") {
reject = true;
}
(is het eigenlijk done om flauwe mopjes op je blog te posten?)
if (name.matches("m(o|u)h(a|u)m{
reject = true;
}
(is het eigenlijk done om flauwe mopjes op je blog te posten?)
Wednesday, 7 January 2009
Ask me a question ... maar niet in 't Nederlands
The new year brought two changes to my blogging life:
- I've made a second blog in dutch, so I can quickly publish anything I write in Dutch for other purposes without having to go through the hassle of translating everything. Check it out: iBert in het Nederlands
- I added a cool widget from Mahalo (one of my favourite web companies). Check out the sidebar of this blog and ask me a question. How it works I have not really figured out but I think the questions are also stored (and accessible) at Mahalo.com. And so are the answers of course.
Saturday, 3 January 2009
Een "Long Tail" maak je zelf ...
Het concept van de Long Tail heeft sinds Chris Anderson het introduceerde in 2004 heel wat kritiek te verduren gekregen. Meestal van mensen bij wie de schrik om het hart sloeg dat het business model dat ze reeds jaren hanteerden zijn motor zou verliezen als alles "Long Tail based" zou worden. Maar de logica is zo kristalhelder, en de onderzoeksresultaten van Anderson zelf waren zo duidelijk dat niemand er écht in slaagde de theorie onderuit te halen.
Nu een paar jaar later ook de minder bevlogen criticasters de Long Tail ontdekt hebben laait de kritiek weer op. En het kost hun niet veel moeite om tegenbewijs aan te dragen. Er zijn tal van voorbeelden waar de Long Tail niet is doorgebroken, waar klassieke business modellen perfect overleven zonder dat hun inkomsten wegvloeien naar niche-initiatieven. Will Page, chief economist van de MCPS-PRS Alliance, een organisatie die royalties int voor artiesten, kwam recent met een onderzoek (zie onder andere dit artikel in de De Morgen) naar buiten waaruit bleek dat de het internet de hits net nog groter maakt en dat ze dus de plaats niet moeten ruimen voor veel kleintjes. En de man heeft waarschijnlijk gelijk. Maar dat betekent niet dat er geen Long Tail fenomeen zou bestaan ...
De Long Tail is een economische wetmatigheid die naar boven is komen drijven met de komst van het internet en het feit dat de marginale kost om een extra item op te nemen in je online collectie zo goed als nul is. Maar die wet geldt ook aan de kant van de consument. Ook hier is er een soort marginale kost om een niche-product te ontdekken. Die zogenaamde kost bestaat uit "tijd". Tijd die de consument nodig heeft om die song die hem of haar ligt te ontdekken in die eindeloze collectie, tijd om te grasduinen in honderd duizenden boeken, tijd om de leukste T-shirt te vinden, enzovoort.
In het geval van een fysieke winkel koopt de retailer die "tijd" af met een aangename winkel, promoties, entertainment, advies en informatie. Een online retailer die van het Long Tail effect wil profiteren moet ook werk maken van de aanbod kant. De consument moet geholpen worden bij het zoeken in al die producten zodat hij in een minimum van tijd de juiste producten in de long tail vindt. Pas dan krijg je ook een long tail in de verkoop.
Het volstaat met andere woorden niet om een schier eindeloze collectie aan te bieden. Een website met een homepage vol bestsellers, een eindeloos menu met standaard-termen en een zoekfunctie die enkel werkt als je al weet wat je precies gaat kopen levert natuurlijk alleen verkoop op van die titels of producten die al op één of andere manier populair zijn.
Een long tail e-commerce site moet inspireren en mensen uitnodigen om verder te kijken dan de vitrine. Bezoekers moeten elkaar kunnen helpen en adviseren over wat zij goed vinden, de navigatie met duidelijk zijn en snel toegang bieden tot ver in de long tail van je collectie, de zoekfunctie moet meer doen dan standaard antwoorden uitspuwen. Een Long Tail business moet je met andere woorden zelf bouwen, die komt niet vanzelf uit je online shop gerold.
Nu een paar jaar later ook de minder bevlogen criticasters de Long Tail ontdekt hebben laait de kritiek weer op. En het kost hun niet veel moeite om tegenbewijs aan te dragen. Er zijn tal van voorbeelden waar de Long Tail niet is doorgebroken, waar klassieke business modellen perfect overleven zonder dat hun inkomsten wegvloeien naar niche-initiatieven. Will Page, chief economist van de MCPS-PRS Alliance, een organisatie die royalties int voor artiesten, kwam recent met een onderzoek (zie onder andere dit artikel in de De Morgen) naar buiten waaruit bleek dat de het internet de hits net nog groter maakt en dat ze dus de plaats niet moeten ruimen voor veel kleintjes. En de man heeft waarschijnlijk gelijk. Maar dat betekent niet dat er geen Long Tail fenomeen zou bestaan ...
De Long Tail is een economische wetmatigheid die naar boven is komen drijven met de komst van het internet en het feit dat de marginale kost om een extra item op te nemen in je online collectie zo goed als nul is. Maar die wet geldt ook aan de kant van de consument. Ook hier is er een soort marginale kost om een niche-product te ontdekken. Die zogenaamde kost bestaat uit "tijd". Tijd die de consument nodig heeft om die song die hem of haar ligt te ontdekken in die eindeloze collectie, tijd om te grasduinen in honderd duizenden boeken, tijd om de leukste T-shirt te vinden, enzovoort.
In het geval van een fysieke winkel koopt de retailer die "tijd" af met een aangename winkel, promoties, entertainment, advies en informatie. Een online retailer die van het Long Tail effect wil profiteren moet ook werk maken van de aanbod kant. De consument moet geholpen worden bij het zoeken in al die producten zodat hij in een minimum van tijd de juiste producten in de long tail vindt. Pas dan krijg je ook een long tail in de verkoop.
Het volstaat met andere woorden niet om een schier eindeloze collectie aan te bieden. Een website met een homepage vol bestsellers, een eindeloos menu met standaard-termen en een zoekfunctie die enkel werkt als je al weet wat je precies gaat kopen levert natuurlijk alleen verkoop op van die titels of producten die al op één of andere manier populair zijn.
Een long tail e-commerce site moet inspireren en mensen uitnodigen om verder te kijken dan de vitrine. Bezoekers moeten elkaar kunnen helpen en adviseren over wat zij goed vinden, de navigatie met duidelijk zijn en snel toegang bieden tot ver in de long tail van je collectie, de zoekfunctie moet meer doen dan standaard antwoorden uitspuwen. Een Long Tail business moet je met andere woorden zelf bouwen, die komt niet vanzelf uit je online shop gerold.
Labels:
chris anderson,
de morgen,
ecommerce,
online retail,
the long tail
Subscribe to:
Posts (Atom)